Copyright 2024 - Joodse Begraafplaats Assen

Op de Joodse begraafplaatsen staan twee collectieve grafmonumenten, het ene voor de Joodse Assenaren, het andere voor de bewoners van het kamp Westerbork. Gedurende een korte periode, september 1942 tot en met maart 1943, werden de overledenen uit het kamp Westerbork hier begraven. Een deel van die overledenen kan dankzij een eigen grafsteen of grafmonument terug gevonden worden; voor het andere deel geldt dat niet. Daarom besloot men een algemeen monument op te richten. Hoewel er een Register van Overlijden bestaat, waarin de begrafenissen vanuit Westerbork genoteerd werden, is de lijst op het monument niet compleet. Voor het onderstaande onderzicht werden de gegevens van het Register vergeleken met die van de Oorlogsgraven Stichting en van het Joods Digitaal Monument. De lijst pretendeert volledig te zijn.

Het Durchgangslager Westerbork [1] was geen vernietigingskamp. Zeker in genoemde periode stierven de mensen in Westerbork een natuurlijke dood. Vaak ging het om oude tot zeer oude mensen. Toch zijn er ook kinderen onder de overledenen, zelfs kinderen die te Westerbork geboren waren.

Het overzicht maakt duidelijk, hoe internationaal de bevolking van het kamp Westerbork was. Mensen uit Duitsland, al dan niet als vluchteling naar Nederland gekomen; en mensen uit Midden- en Oost-Europa. Het is schrijnend om te zien, hoe mensen geboren uit Polen, naar Nederland gekomen om een veilige plek te vinden, weer teruggevoerd werden naar hun vaderland om daar vergast te worden.

Misschien is de schrijnende leegte van het kamp Westerbork anno nu wel het meest treffende symbool voor de vernietiging van het Joodse volksdeel: de lege plekken die de bewoonsters en bewoners van het kamp Westerbork achterlieten, kunnen alleen door onze herinneringen gevuld worden. Het onderstaande overzicht is bedoeld als hulpmiddel bij dat herinneren.

Moge de herinnering aan de voormalige bewoners van het kamp Westerbork ons tot zegen zijn.

Dr. Jan Ridderbos, Assen


[1] Durchgangslager Westerbork
(bron: wikipedia)  Zie ook de informatie op Geheugen van Drenthe over het Kamp Westerbork.

Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog vluchtten steeds meer Duitse Joden voor de naziterreur de grens met Nederland over. De toenmalige Nederlandse regering wilde op goede voet blijven staan met Duitsland, sloot op 15 december 1938 de grens (enkele weken na de Kristallnacht), en bestempelde de vluchtelingen tot ongewenste vreemdelingen. Zij moesten in één groot vluchtelingenkamp worden ondergebracht. Tot de bouw hiervan werd in februari 1939 door de Nederlandse regering besloten.

Aanvankelijk zou dat kamp bij Elspeet worden gebouwd. Maar Koningin Wilhelmina vond de afstand van twaalf kilometer tot haar zomerverblijf paleis Het Loo veel te weinig. Ook de ANWB was tegen, want de gehele Veluwe moest beschikbaar blijven voor vakantiegangers. Daarom werd ten slotte gekozen voor het Amerveld op de Drentse heide bij Hooghalen, tien kilometer ten noorden van het dorp Westerbork. In augustus 1939 werden hier door arbeiders in de werkverschaffing de eerste barakken gebouwd van Centraal Vluchtelingenkamp Westerbork.
Op 9 oktober arriveerden de eerste tweeëntwintig bewoners. Zij waren afkomstig uit een groep van ruim negenhonderd Duitse Joden die tevergeefs hadden geprobeerd met het Duitse schip St Louis van Hamburg naar Cuba te vluchten.

Tweede Wereldoorlog
Tijdens de bezetting maakten de nazi's dankbaar gebruik van de al gerealiseerde kampstructuur. Westerbork kwam op 1 juli 1942 onder rechtstreeks Duits bestuur. Vanaf oktober 1942 tot april 1945 was Albert Konrad Gemmeker commandant van het kamp. Als Polizeiliches Durchgangslager Westerbork werd het een doorgangskamp voor Joden, zigeuners, homoseksuelen, verzetsmensen en andere mensen die nazi-Duitsland 'bedreigden'. De gevangenen werden per trein afgevoerd. Aanvankelijk via station Hooghalen, maar na enige tijd werd een spoorlijntje aangelegd dat het kamp verbond met de spoorlijn tussen Beilen en Assen.

Elke dinsdag vertrok vanuit Westerbork een goederentrein die een grote groep kampbewoners via Assen, Groningen en Nieuweschans naar kampen in Polen bracht, voornamelijk de vernietigingskampen Auschwitz-Birkenau en Sobibór. Een dag of drie later kwamen ze daar dan aan. De trein werd tot Nieuweschans door Nederlands spoorwegpersoneel bemand, en vanaf Nieuweschans door Duits personeel. In totaal werden van juni 1942 tot en met september 1944 ruim 107.000 gevangenen vanuit Westerbork per trein gedeporteerd. Slechts 5.000 van hen keerden levend terug, ruim 102.000 van hen zijn vermoord.

De laatste trein vertrok op 13 september 1944. Op 12 april 1945 werd het kamp door Canadese soldaten bevrijd. Er waren nog circa achthonderdvijftig gevangenen in het kamp achtergebleven. Het kamp kwam nu onder Nederlands commando en de bewoners moesten nog weken in het kamp blijven alvorens zij naar huis mochten.

Bevrijding
De Canadezen hebben het kamp op 12 april 1945 bevrijd. Squadron B en C waren naar lagen bij het Oranjekanaal en trokken die ochtend naar Spier waar zij Franse paratroepers ontmoetten, die in de nacht van 7 op 8 april waren gedropt tijdens de operatie Amherst. In de middag van 11 april zijn de Duitsers gevlucht. Gemmeker droeg bij zijn vertrek het commando over aan het Rode Kruis. Bij de bevrijding zijn de kampbewoners de Canadezen tegemoet gerend. Deze deelden sigaretten en chocolade uit, maar daarna moesten de bewoners echter terug naar het kamp en daar tot nader order blijven, omdat de omgeving van het kamp nog te gevaarlijk was en lieden in het kamp die met de Duitsers hadden samengewerkt moesten worden opgepakt. De Royal Hamilton Infanterie nam het gezag over en de wachttorens werden bemand met mensen van de Binnenlandse Strijdkrachten. De Canadezen trokken de volgende dag verder richting Assen.

Zoekterm invullen + 'Enter'